In 1818 stichtte Elisabeth de Robiano, barones Lecandèle, in Gijzegem een spinschool voor de arme kinderen uit de buurt. Se spinschool kende onmiddellijk succes. Zij wou de kinderen ook onderwijs geven. Hievoor deed zij beroep op Zr. Barbe Cool uit de congregatie van de Zusters van O.L.V. Ten Bunderen uit Moorslede.

Later ontstond een kleine gemeenschap. In 1819 werd een eigen leefregel ingevoerd gebaseerd op de spiritualiteit van Sint-Vincentius a Paulo. 

De expansie van de congregatie nam pas echt een hoge vlucht na de Belgische Onafhankelijkheid. In 1835 konden de eerste zeventig zusters eeuwige geloften afleggen. Vanaf de jaren 1830 werden talrijke bijhuizen gesticht, gespreid over het hele land. 

De Zusters bleven voornamelijk actief op het vlak van onderwijs: kleuter- lager en secundair onderwijs.

De congregatie telde aan de vooravond van haar honderdjarig bestaan in 1918 een 67 bijhuizen bewoond door ongeveer een 600 zusters.

In 1896 vertrokken de eerste Belgische zusters naar Brazilië (missiepost in Olanda en daarna São Paulo) en in 1930 naar de eerste missiepost in Kongo (Vaku). De congregatie bereikte haar hoogtepunt in de jaren 1940-1950. Het uitblijven van voldoende nieuwe roepingen en het toenemend aantal uittredingen zorgden nadien voor een dalende tendens. In 1969 werd ook België, wieg van het instituut, een provincie. Van dan af werd het Algemeen Bestuur een onderscheiden entiteit in dienst van het hele instituut. In 1988 werd de provincie Brazilië in tweeën verdeeld: Brazilië Sud-Est en Brazilië Centre-Ouest.

Op 21 juli 2022 werden de twee Braziliaanse provincies terug herenigd.
Het instituut telt nu 3 provincies : België, Kongo en Brazilië.

Sinds 26 juli 2017 werd Zr. Clarette De Coene verkozen als Algemene Overste van de congregatie.

Op 21 januari 2018 vierde de congregatie haar 200-jarig bestaan. Op dat ogenblik telde de congregatie 276 zusters en 54 bijhuizen gespreid over 7 landen. 

Op 1 januari 2022 telde de congregatie 262 zusters en 51 bijhuizen gespreid over 7 landen.

 

 

 

In 1818 stichtte Elisabeth de Robiano, barones Lecandèle, in Gijzegem een spinschool voor de arme kinderen uit de buurt. Ze wilde hiermee tegemoet komen aan de problemen van armoede en gebrekkig onderricht van de arme volksklassen, kenmerkend voor de moeilijke socio-economische situatie in de streek rond Aalst. De school werd gevestigd in een huis van de familie Lecandèle in de Dorpsstraat.

Voor het onderwijs in de armenschool deed Elisabeth de Robiano een beroep op zuster Barbe Cool uit de Congregatie van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw ten Bunderen in Moorslede. Zuster Barbe Cool werd voor één jaar naar Gijzegem gestuurd en kreeg er aanvankelijk bij de onderwijstaken steun van een leerlinge uit Moorslede, Sophie Engels, en een meisje uit Smetlede, Marie Vermassen.

De spinschool kende onmiddellijk succes. Niet alleen arme meisjes en jongens, maar ook kinderen uit de meer welstellende klassen boden zich aan om de lessen te volgen. Zij werden als betalende leerlingen aanvaard om de kosten van het armenonderwijs en het onderhoud van de zustergemeenschap te helpen dragen.

In 1818 vond een officiële plechtigheid plaats in het kasteel waarbij de congregatie werd gesticht met als eerste gemeenschap Gijzegem.

De jonge communauteit kreeg in 1819 een eigen leefregel, opgesteld door de jezuïet Vincent Le Maître en gebaseerd op de spiritualiteit van Sint-Vincentius a Paulo. Datzelfde jaar legden de eerste zusters, onder leiding van zuster Cools, die intussen beslist had in Gijzegem te blijven, hun kloostergeloften af. De communauteit telde toen tien novices.

In 1823, vijf jaar na de stichting van de armenschool, waren er reeds 45 zusters ingetreden! De expansie van de leerlingen- en kloosterpopulatie maakte een verhuis naar een groter complex in de Stationsstraat rond 1825 noodzakelijk.

De expansie van de Congregatie nam pas echt een hoge vlucht na de Belgische onafhankelijkheid. In 1835 konden de eerste zeventig zusters hun eeuwige geloften afleggen. Nadat de stichteres zich geleidelijk aan uit het bestuur teruggetrokken had, werd zuster Marie-Louise De Wilde in 1836 als eerste algemene Overste van de congregatie verkozen.

In 1840 kreeg de Congregatie ook een vernieuwde leefregel. Op dat moment leefden al lang niet alle zusters meer in het hoofdklooster in Gijzegem. Het eerste bijhuis was in Anvaing in het bisdom Doornik in 1820.

Vanaf de jaren 1830 werden talrijke bijhuizen gesticht, verspreid over het hele land.

Bij de dood van de stichteres op 8 september 1864 telde de congregatie 222 zusters en 32 gemeenschappen, verspreid over 4 Belgische bisdommen.

De Zusters van Gijzegem bleven voornamelijk actief op het vlak van onderwijs: kleuter-, lager en secundair onderwijs. In Gijzegem werd in 1877 ook gestart met een normaalschool.

De Congregatie telde, aan de vooravond van haar honderdjarig bestaan in 1918, 67 bijhuizen, bewoond door ongeveer 600 zusters.

In antwoord op de oproep van Paus Leo XIII vertrokken in 1896 de eerste Belgische zusters naar Brazilië (missiepost in Olinda en daarna São Paulo) en in 1930 naar de eerste missiepost in Congo (Vaku).

De Congregatie bereikte haar hoogtepunt in de jaren 1940 en 1950. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog steeg de zusterpopulatie naar een maximum van bijna 750 zusters, verspreid over 90 à 100 bijhuizen. Het uitblijven van voldoende nieuwe roepingen en het toenemend aantal uittredingen zorgde nadien voor een dalende tendens.

Op 30 Oktober 1946 werd de Braziliaanse entiteit canoniek als provincie erkend.

In 1949 werd de congregatie erkend als een instituut naar pauselijk recht.

In 1969 werd ook België, wieg van het instituut, een provincie. Van dan af werd het algemeen bestuur een onderscheiden entiteit in dienst van het hele instituut.

Belgische, Braziliaanse en Congolese zusters van Gijzegem trokken samen naar Kameroen (Maroua-Mokolo) in 1987. Vandaag zetten de Congolese zusters de zending daar verder.

Later werd de Congregatie ook actief in Zuid-Afrika, Paraguay, Uruguay (intussen gesloten) en Argentinië (intussen gesloten).

In 1988 werd de Braziliaanse provincie in tweeën verdeeld. 

Op 21  juli 2022 werden de Braziliaanse provincies Sud-Est en Centre-Ouest terug herenigd. 

Het instituut telt nu 3 provincies: België,  Congo en Brazilië.  

Sinds 26 juli 2017 werd zuster Clarette De Coene verkozen tot Generale Overste van de congregatie.

Samen met de Braziliaanse zuster Balbina Ferreira de Brites , de Congolese zuster Florentine Nsafu Nzebo, de Belgische zuster Gonda Coryn, de zuster Lutgart De Geest en de Congolese zuster Florienne Niati Malunda vormt het Algemeen Bestuur voor de periode 2017 – 2023.